Zoals zij van huis uit had meegekregen, stond bij haar de deur altijd letterlijk open voor iedereen. Iedereen was welkom, zij had een luisterend oor, genoot van de aandacht en de koffie met iets lekkers stond altijd klaar. Kwam je rond etenstijd, dan was het heel gewoon dat je bleef mee-eten.
Voordat zij het leven liet, liet zij haar kinderen weten dat haar levensmotto, gastvrijheid, ook na haar dood in ere gehouden diende te worden. Iedereen die de moeite zou nemen naar haar afscheid te komen, moest zich warm onthaald voelen.
Zij had bij leven op diverse plekken door het land gewoond. Genodigden uit verschillende delen kwamen dan ook samen tijdens haar afscheid.
Voor de mensen uit het zuiden van het land had zij de wens dat er een bus geregeld werd. Op deze manier kon haar familie, inmiddels ook allemaal een jaartje ouder, toch naar haar afscheid komen midden in het land. Omdat een groot deel van de genodigden al een paar uur reizen achter de rug had, en omdat het voor haar gebruikelijk was, stond er voor iedereen koffie met broodjes klaar bij aankomst.
Nadat wij stil hadden gestaan bij haar leven en haar gezin haar vervolgens begeleidde naar het crematorium, werd er voor iedereen opnieuw koffie geserveerd, maar nu met vlaai. Een Limburgse gewoonte wanneer je bij iemand op bezoek komt, maar ook bij een samenzijn na een afscheid. Familie en vrienden genoten zichtbaar en deelden mooie herinneringen aan hun ‘gastvrouw’.
Voordat de bus terug richting het zuiden vertrok en de overige mensen in hun auto’s stapten, was er voor iedereen nog een laatste versnapering.
Een typische Limburgse lekkernij, friet met zuurvlees en appelmoes. Volledig verzorgd vertrok iedereen huiswaarts. Wij denken dat zij, waar zij zich nu dan ook bevindt, met trots kan terugkijken op haar afscheid, waar gastvrijheid hoog in het vaandel stond.