Wat een geluk ervaarden deze ouders toen hun tweede kindje op komst was.
Met al een stoere, lieve zoon in huis was dit meisje zo ontzettend welkom. Moeder werd na 23 weken zwangerschap opgenomen in het ziekenhuis en bij 33 weken bleek het voor de baby beter om geboren te worden. Daar was ze dan: een prachtig, kwetsbaar meisje met een enorme vechtlust, wat de artsen versteld deed staan.
Na die lastige start mochten haar ouders haar na ruim 6 weken mee naar huis nemen.
Wat een opluchting: eindelijk meer ruimte voor het gezin, en vooral ook voor haar grote broer.
Het werd niet makkelijk. Dochter had veel zorg nodig en al snel bleek er meer aan de hand. Er werd een syndroom vastgesteld met onder andere epilepsie tot gevolg. Haar ouders bleven positief; ook dit konden zij met elkaar aan.
In januari raakte het meisje besmet met het RS-virus, wat leidde tot een ziekenhuisopname. Omdat er ook andere klachten ontstonden, werd besloten haar uitgebreid te onderzoeken. De onderzoeken brachten nog meer zorgen aan het licht en de prognose was niet goed. Door een ernstige en onbehandelbare stofwisselingsziekt bleek dit kleine meisje al sinds haar geboorte een strijd te voeren die zij helemaal niet kon winnen. Wat een verdriet. Haar ouders lieten haar uit liefde los; ze gunden haar rust en ontspanning.
Iedereen die het gezin een warm hart toedraagt, werd uitgenodigd om afscheid te nemen op een plek waar mensen werken met een verstandelijke beperking.
Het voelde voor de ouders als de perfecte plek, passend bij de situatie van hun dochter.
Iedereen nam een roze bloem voor haar mee en een knuffeltje voor de IC in het WKZ, een gebaar van de ouders om de kleine patiëntjes daar een hart onder de riem te steken. Hoe bijzonder en warm dat je op zo’n verdrietig moment het vermogen hebt om stil te staan bij lotgenoten.