Men zegt wel eens dat iemand in het harnas is gestorven. Dit is zo’n verhaal.
Hij was jong, sportief, getalenteerd. Had een leuk gezin, fijne baan en zette zich in voor eenieder die hem daarvoor vroeg. Hij gebruikte de talenten die hij had en wist anderen te enthousiasmeren. Hij was een echte dorpsjongen met een gouden hart.
Naast dat hij zijn leven lang al voetbalde, liep hij hard. Deed mee aan marathons en rende voor goede doelen. Zo ook deze dag, even een rondje door het bos samen met zijn beste vriend. De week werd besproken en plannen werden gesmeed. En toen werd het vanuit het niets stil. Heel stil. Zijn hart kwam tot stilstand. Niemand had verwacht dat juist hem dit zou overkomen.
Als gezin kom je bij elkaar in het ziekenhuis. Daar ligt hij dan, deze stoere, sportieve man die het middelpunt was van zijn drie vrouwen thuis. Er volgen dagen van hoop en vrees, om uiteindelijk afscheid te moeten nemen.
Ook nu hij niet meer fysiek in het midden van zijn geliefden was, heeft hij aan anderen gedacht. Donatie, zodat andere mensen wellicht beter kunnen worden en doorgaan met hun leven. Als talent gedoneerd zou kunnen worden, zouden er velen in de rij staan.
Hoe geliefd hij was werd nog duidelijker, toen wij werden gevraagd te helpen het afscheid vorm te geven. Vanaf het eerste moment stroomde het huis vol met vrienden die troost en warmte zochten bij elkaar. Bloemen werden in grote hoeveelheden gebracht. Vrouw en kinderen werden ontzorgd. Vlaggen hingen halfstok. Hij was niet zomaar iemand, hij was een dorpeling die gewaardeerd werd. Iemand die er was voor zijn dorpsgenoten. Iemand die luisterde en zijn handen uit de mouwen stak wanneer dit nodig was.
De dag voor zijn definitieve afscheid was zijn geboortedag. We hebben deze dag “gevierd”. Zoveel mensen heeft hij nog nooit ontvangen op een verjaardag. De dag daarna hebben zijn geliefden hem losgelaten, fysiek en ook symbolisch door het oplaten van ballonnen. Zijn levenscirkel was rond, voltooid.