Hij was een man die weinig nodig had en genoot van de kleine dingen. Zo had hij ook maar één levensdoel en dat was één zijn met de natuur.
Met het wegvallen van zijn verantwoordelijkheden aangaande werk en gezin, leefde hij bijna als een kluizenaar.
Behalve dat hij genoot van zijn literatuur, was er zijn liefde voor de natuur en dieren die hem boven alles ging.
Toen hij ziek werd en in het ziekenhuis terecht kwam, had hij dan ook maar één wens. Nog éénmaal naar zijn eigen boerenerf, tussen zijn eigen spullen en bij zijn eigen trouwe vriend, ram Bram.
Nadat hij was overleden, was het thema rondom zijn afscheid dan ook snel bepaald. Alles stond in het teken van zijn geliefde plek. Deze plek die hem zo symboliseerde, waar hij zich zo één voelde met de natuur en met eenieder die hem lief was.
Van de rouwkaart tot aan het grafstuk, alles afgestemd op wie hij was geweest.
In een intieme setting hebben wij hem herdacht.
Een klein groepje mensen, met wie hij zich het meest verbonden voelde, bijeen rondom zijn kist in het weiland. Daar waar één van de belangrijkste aanwezig was, zijn eigen ram Bram.